4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 19.05
de Roovers | Oresteia
de Roovers | Oresteia
Oresteia is de enige integraal bewaard gebleven trilogie in het oeuvre van de grote Griekse tragediedichters uit de oudheid. Het is ook het laatste en het grootste werk van Aischylos – groots in vele betekenissen. De Oresteia gaat over drie moorden, drie daders, hun demonen, hun lot, en hun moreel beladen keuzes. De vicieuze cirkel van de bloedwraak wordt doorbroken. Het principe van ‘oog om oog, tand om tand’, ons bekend uit het Oude Testament, maakt plaats voor een andere vorm van recht, waarin de instituties – de rechtbank die waakt over de orde en politieke strijd wil vermijden – veel belangrijker gaan worden. De gerechtigheid van Zeus wordt vervangen door een ‘staatsrecht’ – zij het dat Zeus, of zijn verstandige dochter Athena, wel streng blijft toekijken. Maar vanuit een idee die, niet veel later kort en krachtig als ‘ken uzelf’ werd samengevat, wordt de mens uitgedaagd – door de goden, dat is de paradox – om de oogkleppen van het eigen gelijk af te leggen en zijn eigen duistere kanten te zien en te erkennen als voorwaarde om de dynamiek van het leven te verzekeren.
In Agamemnoon keert koning Agamemnoon terug als overwinnaar uit de Trojaanse oorlog. Thuisgekomen wordt hij in bad vermoord door zijn vrouw Klytaimnestra. Ze zint al jaren op wraak omdat hij tien jaar eerder hun dochter heeft geofferd aan de godin Artemis – alleen met dat offer kreeg het Griekse leger wind in de zeilen, op weg naar Troje. Maar Agamemnoon stak zijn hoofd in de strop van het noodlot. In Dodenoffer keert de volwassen Orestes, zoon van Agamemnoon en Klytaimnestra, terug naar Argos. Ook hij staat voor een onmogelijk dilemma: hij moet zijn vader wreken – dat is zijn plicht – maar dat kan enkel als hij zijn moeder doodt en daarmee de hoogste geboden van de goden schendt. Ook Orestes omarmt zijn noodlot. De wraakgodinnen verschijnen op het toneel om Orestes op te jagen. Hij zoekt bescherming bij de tempel van Apollo.
Orestes en zijn pleitbezorger Apollo leggen in De Eumeniden hun zaak voor aan een tribunaal in Athene, voorgezeten door de godin Athena zelf – Apollo’s zuster. De vraag luidt: wat is gruwelijker? Vadermoord of moedermoord? En als vadermoord zwaarder weegt, kan Orestes dan van moedermoord worden vrijgesproken? En dan volgt het eerste court room drama uit de westerse literatuur, de verre voorloper van Twelve Angry Men. Orestes wordt vrijgesproken. En de wraakgodinnen krijgen een plaats in de Atheense maatschappij. De rechtsstaat – of een vroege variant ervan – is geboren.
Eugene O’Neill (Rouw siert Elektra), Jean-Paul Sartre (De Vliegen) en andere grote schrijvers werden geïnspireerd door dit epos over familie en politiek. Ted Hughes verrijkte deze tragedies, in zijn bewerking uit 1999, met thema’s die eigen zijn aan zijn hele poëtisch oeuvre: vragen over schuld van de nabestaande, over verantwoordelijkheid, over gerechtigheid, over de nood om betekenis te kunnen geven aan het bestaan na de dood van een familielid. Dit persoonlijke verhaal versterkt het grote maatschappelijke verhaal van de Oresteia. Het wordt individueler en tegelijk universeler.
Voor de Roovers is en blijft het werk aan de Oresteia een extreem grootschalig project, minstens in intellectueel opzicht. We willen na grondige analyse en rustig beraad tijd nemen voor fundamentele beslissingen. We zijn geneigd te kiezen voor een integrale enscenering van de versie van Ted Hughes – opnieuw vertaald door Bernard Dewulf. In ieder geval kijken we, na Alcestis, uit naar een hernieuwde ontmoeting met de Grieken, en ook met Ted Hughes. Een ontmoeting in een ambitieus project, alle Griekse waarschuwingen over hoogmoed ten spijt.
Deze Oresteia loopt over (minstens) twee seizoenen (2010 & 2011). In het voorjaar 2010 lazen, bewerkten, schrapten, discussieerden we. Deze eerste repetitiefase resulteerde in een eerste toonmoment in de eigen repetitieruimte op donderdag 29 april 2010.
Ondertussen zetten we wel een samenwerking op poten met Peter Spaepen (dirigent/componist) en een 9-koppig koor ; zij repeteren tweewekelijks in onze ruimte. Het wordt een spannende onderneming. Peter Spaepen, geboren in 1976 in Schoten, is muziekdocent, componist en dirigent. Hij studeert momenteel nog muziekcompositie aan de conservatoria van Brussel én Antwerpen. Daarnaast dirigeert hij twee verrassende amateurkoren, de STEMMER-stadskoren in Antwerpen en Brussel. Hij componeerde voor Theatergroep D°eFFeKt de muziek bij Agamemnon, waarmee ze Het Landjuweel 2010 wonnen.
Oresteia wordt een locatieproject:. Kunstencentrum Monty, onze trouwe premièrepartner, zal de voorstellingenreeks promotioneel ondersteunen, én de ticketting en publieksontvangst (bar) voor haar rekening nemen. De 4 vaste Roovers spelen samen met twee gastacteurs: de ervaren Ilse Uitterlinden (KNS/BMCie/Toneelhuis) en de jonge Jeroen Vander Ven (Tot in de woestijn/Laika ; Aleksej/HETPALEIS).
Vertaling Bernard Dewulf
Scenografie Stef Stessel
Kostuumontwerp Lieve Pynoo
Lichtontwerp Bert Vermeulen
Soundscape & bruitage Eric Engels
Spel Robby Cleiren, Sara De Bosschere, Luc Nuyens, Sofie Sente, Ilse Uitterlinden, Jeroen Vander Ven
Compositie & dirigent Peter Spaepen
Zang Kurt Beheydt, Peter Pype, Eva Tulkens, Iris Berardocco, Fré Madou, Sara Raes, Valerie Mertens, Floris Lammens, Astrid Annicaert
04.05.11
- 19u0005.05.11
- 19u0006.05.11
- 19u0007.05.11
- 19u0010.05.11
- 20u3011.05.11
- 19u0012.05.11
- 19u0013.05.11
- 19u0014.05.11
- 19u0016.05.11
- 19u0019.05.11
- 19u00